Er zijn verschillende soorten snelheidsmetingen. Voor het vaststellen van de snelheidsovertreding maakt de politie gebruik van verschillende meetmiddelen:
- Lasergun
- Radarsnelheidsmeter
- Boordsnelheidsmeter
- Trajectcontroles
De meeste discussie over de juistheid van de snelheidsmeting bestaat wanneer gebruik is gemaakt van de boordsnelheidsmeter. Dit houdt in dat de politie achter u aanrijdt en op met een gelijkblijvende afstand waarbij de op hun boordsnelheidsmeter in de politieauto de op dat moment gereden snelheid wordt afgelezen. Anders dan bij de trajectmeting, is de snelheidsmeting via de boordsnelheidsmeter een piekmeting. De politie gaat uit van de hoogst geconstateerde snelheid.
Eigenlijk bestaat het bewijs bij de boordsnelheidsmeting enkel uit de verklaring van de verbalisant. Die relateert in een proces-verbaal dat hij achter u reed en op zijn snelheidsmeter zag dat u te hard reed en hoeveel u dan te hard reed.
Het is daarom belangrijk om extra kritisch hierop te zijn. Om na te gaan of de snelheidsmeting op de juiste manier is verricht, is het noodzakelijk om het proces-verbaal van de verbalisant op te vragen.
Hierbij kijken we met name naar de volgende punten:
- Hoe lang reed de verbalisant achter u?
- Wat was de onderlinge afstand?
- Is er sprake van een dubbele correctie op de snelheidsmeting?
- Was de boordsnelheidsmeter gekalibreerd? Zo ja, wanneer en voor hoe lang?
Onze advocaten kunnen u hierbij verder helpen om te bezien of op basis van de snelheidsmeting nog verweer valt te voeren.