Bij een verdenking van gevaarlijk rijgedrag zal het CBR in beginsel niets doen met uw rijbewijs. De geldigheid van het rijbewijs zal bijvoorbeeld niet worden geschorst. Alleen in bijzondere gevallen kan dit. Deze gevallen zijn limitatief opgenomen in artikel 5 van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011. U moet dan denken aan de volgende situaties:
- een poging tot zelfdoding met de auto
- spookrijden
- binnen een periode van een jaar drie aanrijdingen te hebben veroorzaakt
- het niet in staat zijn om een motorrijtuig in bedwang te houden
- het intrappen van een verkeerd pedaal waardoor een aanrijding is ontstaan
- het bewust inrijden op een andere weggebruiker
Educatieve maatregel gedrag en verkeer
Het gaat dan om de volgende gedragingen:
a)andere weggebruikers of obstakels rakelings worden gepasseerd;
b)andere weggebruikers worden klem gereden of de weg wordt afgesneden.
2.Gebrek aan inzicht in risico’s in het verkeer, zoals:
a)onvoldoende anticiperen op het gedrag van andere weggebruikers;
b)niet adequaat reageren op bijzondere verkeerssituaties, zoals filevorming;
c)niet tijdig onderkennen van de invloed van externe factoren, zoals het weer, de toestand van de weg, het tijdstip, de aanwezigheid van scholen, voetgangersoversteekplaatsen, de specifieke eigenschappen en de toestand van het eigen motorrijtuig en van andere voertuigen en van de vervoerde lading, of wegwerkzaamheden, of van interne factoren zoals het ‘hand held bellen’, afleiding door audiovisuele middelen of vermoeidheid;
d)uitvoeren van gevaarlijke inhaalmanoeuvres of inhalen nabij voetgangersoversteekplaatsen, waarbij voetgangers duidelijk in gevaar zijn gebracht;
e)met een te hoge snelheid naderen van of inhalen nabij voetgangersoversteekplaatsen of in andere onoverzichtelijke situaties, zoals kruisingen en spoorwegovergangen;
f)aanhouden van, gelet op de snelheid waarmee gereden wordt, een te korte en derhalve onveilige volgafstand;
g)geen rekening houden met de belangen van andere weggebruikers, zoals het:
1)geen gelegenheid geven tot invoegen bij een rijbaanversmalling, na inhalen, vanaf de invoegstrook;
2)blokkeren van doorgangen of dubbel parkeren.
3.Incorrect samenspel met andere verkeersdeelnemers in het verkeer, dat blijkt uit:
a)rijden met een niet aan de snelheid van de overige gelijksoortige verkeersdeelnemers aangepaste snelheid;
b)onnodig remmen en stoppen;
c)snijden: het niet juist afmaken van de inhaalmanoeuvre door te snel en te abrupt naar rechts of naar links te gaan;
d)op te korte afstand volgen van voorliggers;
e)onjuist invoegen of onjuist uitvoegen.
4.Duidelijk een gedrag tentoonspreiden dat in strijd is met de essentiële verkeersregels en verkeerstekens ter zake van:
a.de plaats op de weg, waaronder begrepen spookrijden;
b.het inhalen;
c.het verlenen van voorrang;
d.het naar links of rechts afslaan;
e.het gebruik van lichten en geven van signalen;
f.het rijden op auto(snel)wegen: bijvoorbeeld het rijden op de vluchtstrook of het negeren van het rode kruis boven een rijstrook;
g.het negeren van een rood verkeerslicht;
h.het als bestuurder van een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, overschrijden van de toegestane maximumsnelheid met 50 kilometer of meer op wegen binnen de bebouwde kom;
i.het als bestuurder van een motorrijtuig overschrijden van de toegestane maximumsnelheid met 31 kilometer of meer op wegen binnen de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden;
j.het als bestuurder van een bromfiets overschrijden van de toegestane maximumsnelheid met 31 kilometer of meer op wegen binnen de bebouwde kom.
Onderzoek en cursus bij overtredingen beginnend bestuurders
Daarnaast is er nog een categorie voor beginnend bestuurders. Indien een beginnend bestuurder binnen 5 jaren 2x is veroordeeld vanwege de ernstige verkeersovertredingen, wordt het rijbewijs ongeldig verklaard en zal de betrokkene eerst een onderzoek naar de rijvaardigheid opgelegd krijgen en daarna ook nog eens een EMG moeten volgen.
Het gaat dan om de volgende overtredingen:
In de hoedanigheid van beginnende bestuurder, onverminderd het overigens in deze bijlage bepaalde, twee maal een of meer van de navolgende feiten hebben begaan waarvoor hij tijdens of na de in artikel 1, onder beginnende bestuurder, genoemde termijn onherroepelijk is veroordeeld, tenzij voor het feit in eerste instantie een strafbeschikking als bedoeld in artikel 257b van het Wetboek van Strafvordering is uitgevaardigd, dan wel indien voor deze feiten tijdens of na die termijn ten aanzien van hem een onherroepelijk geworden strafbeschikking als bedoeld in artikel 257a van het Wetboek van Strafvordering is uitgevaardigd:
a.overtreding van artikel 5 van de wet;
b.artikel 5a van de wet;
c.overtreding van artikel 6 van de wet;
d.overtreding van artikel 19 van het RVV 1990;
e.overtreding van de artikelen 20, 21, 22 en 45 RVV 1990;
f.overtredingen van artikel 62 juncto de borden A1 en A3 van het RVV 1990;
g.overige overtredingen van het RVV 1990 indien daarbij letsel aan personen is ontstaan of schade aan goederen is toegebracht.